Deze studie onderzoekt de externe schoolevaluatie door onderwijsinspecties in zeven landen (onderwijssystemen): Nederland, Tsjechië, Zweden en de regio’s Noordrijn-Westfalen (Duitsland), Catalonië (Spanje), Wales (Verenigd Koninkrijk) en Vlaanderen (België). Het gaat om de inspectie van het basisonderwijs. De kenmerken van de inspectiesystemen werden via een template in kaart gebracht. Via participerende observatie werd nagegaan in hoeverre die kenmerken met de praktijk van de inspectie overeen kwamen. Via een doorgedreven vergelijking van talrijke kenmerken kwam de auteur tot een veertig-factorenbalk, die toelaat inspectiesystemen op een eenduidige wijze in kaart te brengen. De veertig kenmerkende factoren en variabelen hebben betrekking op de inhoudelijke, organisatorische en methodologische aspecten van het inspectiewerk. Op basis daarvan is het mogelijk types van inspectie te onderscheiden. De meest relevante onderscheiden hebben te maken met het onderscheid tussen verantwoordingsfunctie en ondersteuningsfunctie en verder de aard van de feedback naar de scholen onder de vorm van al of niet sanctionering of advisering. Een derde cruciale factor is het belang dat aan respectievelijk interne zelfevaluatie en externe controle wordt gehecht. De combinatie van deze factoren leidt tot diverse types van inspectie. Uit die typering blijkt duidelijk dat ideologische visies en cultureel bepaalde factoren de dieptestructuur uitmaken van de inspectiesystemen, die dus slechts aan de oppervlakte als gelijk kunnen worden beschouwd.
Externe schoolevaluaties in Europa. Een vergelijkend onderzoek
Auteur: Ilse De Volder
Apeldoorn-Antwerpen, Garant, 2012, 276 blz.